Werkgeluk

Het werkgeluk van Alexander Rinnooy Kan

Het werkgeluk van Alexander Rinnooy Kan. Als directeur van de SER rekende de Volkskrant hem tot driemaal toe als meest invloedrijke Nederlander. Diverse huzarenstukjes kwamen van zijn hand: een succesvolle lobby tegen de bezuinigingsaanval op de Erasmus Universiteit, de fusie tussen VNO en NCW, het binnenhalen van de verzekeringslicentie in China voor ING, en de aandelenemissie voor het Concertgebouw. Hoe is Rinnooy Kan zo ver gekomen, wat heeft hem weerhouden, wat heeft hem geholpen en wat kunnen andere (potentiële) leiders leren van hoe hij dit heeft aangepakt?

“Niemand kan alles, maar bijna iedereen kan wel iets dat niet iedereen kan.”

Welke rol speelt toeval in werkgeluk?

Je mag het toeval als verklarende factor voor werkgeluk niet helemaal uitsluiten. Dus een beetje geluk moet je wel hebben. Of anders geformuleerd; een beetje pech kun je beter niet hebben. Er zijn kleine en grote incidenten in het leven die je precies in het goede of verkeerde spoor kunnen zetten. Je kunt bijvoorbeeld een vervelend verkeersongeluk krijgen als je 16 jaar bent. Dan zijn ineens een aantal routes afgesneden, die je anders had kunnen afleggen. Je kunt op de verkeerde lagere school belanden, of in ongunstig gezelschap verzeild raken. De garantie voor een beter en gelukkiger leven, is aan risico’s onderhevig. Ik heb zelf op een paar momenten in mijn leven geluk gehad. Ik geef twee voorbeelden ter illustratie.

28 januari 1972

Ik was een goede student zuivere wiskunde in Leiden. Na mijn afstuderen kreeg ik een uitnodiging om te promoveren. Dat was een grote eer. Toch aarzelde ik om de uitnodiging aan te nemen. Ik had het idee dat ik in de zuivere wiskunde niet creatief genoeg zou zijn om daar echt met succes aan te kunnen werken. Ik liet me toch overtuigen. De docent had er veel vertrouwen in. Dus ik zei ja. Ik studeerde af op 28 januari 1972. Deze datum is relevant. Op dezelfde dag ging mijn benoemingsvoorstel naar de curatoren. Op 29 januari – één dag later – kwam tot ieders verbazing de toemalig minister van onderwijs de Brauw met een absolute personeelsstop voor alle universiteiten, met terugwerkende kracht van één week. Ik viel dus precies in dat tijdvak. De promotie was van de baan. Ik heb het als een vingerwijzing opgevat en ben iets heel anders gaan doen. Dat heeft me gebracht tot de toegepaste wiskunde. Dat lag me veel beter. Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen. A blessing in disguise, want ik weet vrij zeker dat het geen briljant proefschrift was geworden. Dan was ik waarschijnlijk gewoon ergens wiskunde leraar en wie weet nog wel rector van een school geworden. Wat natuurlijk prima is, maar toch wel een heel ander leven is dan dat ik nu heb geleid. Is dat mijn verdienste? Eigenlijk niet. Het is toeval. En zo op een paar andere momenten ook. Ik geef een tweede voorbeeld om te illustreren hoe die dingen kunnen werken.

Bezuinigingsaanval van Deetman

Ik werd op vrij jonge leeftijd (37 jaar) rector aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Een geweldige kans. Toen viel ik daar in een enorme bezuinigingsaanval van de toenmalig minister Deetman. Hij had nare plannen met Rotterdam als universiteit. Deze universiteit is kwetsbaar, want het is een kleine universiteit. Geen Alfa en Bèta faculteit, alleen Gamma en medicijnen. Van dat kleine aantal studierichtingen – acht destijds – wilde Deetman er nog twee afhalen en de geneeskunde faculteit dwingen te fuseren met Leiden. Zeer ingrijpend en waarschijnlijk voor de universiteit een enorme klap. Dat konden we niet voetstoots accepteren. Toen was het dus nodig om te gaan lobbyen. Dat heb ik samen met de toenmalige CvB voorzitter gedaan. We hebben het Rotterdamse gemeentebestuur en het bedrijfsleven benaderd om steun. Het heeft er toe geleid dat ik op een of andere manier de aandacht trok van dat bedrijfsleven. Na de beëindiging van van mijn rectoraat werd ik als voorzitter van VNO gevraagd. Een krankzinnige overgang. Als die crisis er niet was geweest had ik geen enkele kans gehad om een beetje aandacht te vestigen. Dan had deze overgang zeker niet plaatsgevonden. Ik was wiskundige, had geen ervaring in het bedrijfsleven. Wat deed ik daar op die plek?

Had u wel een stip op de horizon?

Absoluut niet. Ik ben het allerslechtste voorbeeld van loopbaanplanning. Ik heb er eigenlijk niks aan gepland. Het is op een of andere manier voorbij gekomen. Ik heb niet geaarzeld om op die trein te springen. Maar dat die trein kwam aanrijden, was totaal niet gepland. Je moet wel goed uitkijken of er een trein aankomt, maar je moet niet de illusie hebben dat je de treinenloop regisseert. Dat is gewoon niet zo. Dus werkgeluk heel graag, maar in mijn geval niet in de laatste plaats met een gevoel van verbaasde dankbaarheid dat al die kansen mij gegund zijn. Dan moet je er natuurlijk nog wel iets van maken. Hard werken, open staan, goed luisteren, komen dan in beeld. Noblesse oblige: wie de kans krijgt moet er iets van maken.

Wat verstaat u onder werkgeluk?

Het idee dat je een uniek onderdeel bent van een zinnig groter geheel. Dus dat je iets bijdraagt. Allemaal bescheiden hoor. Drie maanden na je dood is iedereen het weer half of geheel vergeten. Je moet het dus vooral niet overdrijven. En toch, als je af en toe een klein duwtje kunt geven in de goede richting en je ziet andere mensen daarvan profiteren, dan hoort dat bij de beloning voor die inspanning. Dat geeft uiteindelijk de flow. Sommigen kunnen werkgeluk ervaren in hun pure eentje. Maar de meesten van ons ontlenen in die mix – zinvol bezig zijn in relatie tot de ander – hun bevrediging. Je werkt niet in een vacuüm. Het is betekenisvol voor anderen. We zijn allemaal zo dat we af en toe even wat terugkoppeling moeten krijgen. Er zijn mensen die een leven lang kunnen werken, zonder dat iemand ooit een keer bravo roept. Maar ik ben niet anders dan de meesten. Af en toe wil ik weten dat mijn werk wordt gezien en gewaardeerd.

Is werkgeluk maakbaar?

Het moet je kant uitkomen. Maar er is nog wel zoiets als een zeker optimisme of pessimisme in het waarderen van je eigen situatie. Je kunt daarvan de minnen onderkennen, maar met een beetje geluk vind je ook snel de plussen. In mijn geval waren er altijd zoveel plussen, dat het soms wel eens lastig was goed om te springen met de minnen. Als je dan een keer iets overkomt, dan is dat een handicap. Ik had een keer een heel slecht jaar in mijn leven. Een annus horribilis: alles zat tegen. In dat ene jaar – ik was 27 jaar – raakte ik in een echtscheiding verzeild, mijn moeder overleed zeer jong en mijn gezondheid was erg slecht. Ik onderging een operatie en ze dachten zelfs een tijdje dat ik een terminale kankerpatiënt was. Dan kun je wel spreken van een optelsom van ellende. Daar had ik toen wel moeite mee. Wie niet? Toen sprak ik daar met iemand over die ik al lange tijd kende. Hij zei: “Het is maar goed dat er zoveel dingen goed met je gaan. Dit hoort er ook bij.” Dat heeft veel indruk op me gemaakt. Kennelijk is de verwachting van de wereld: wat er ook gebeurt, niet zeuren. Maar soms wil je even je hart uitstorten als de wind ineens recht in je gezicht waait. Dat is eigenlijk het moment waarop je denkt: dank voor alle plussen, maar het maakt het goed omspringen met die minnen wel net een maatje lastiger.

Hoe gaat u daar dan mee om?

Ik denk uiteindelijk niet zo goed. Ik word een soort binnenvetter. Niet zeuren? Oké, dan moet ik het zelf maar doen. Dat gaat vaak wel goed, maar toen het echt groot en ingewikkeld werd belandde ik uiteindelijk bij een psycholoog die me heeft geholpen. En hij zei niet: “joh, zoek het zelf uit.” Dat gebruikte ik als hefboom om uit het gat te klauteren.

Wat kan een organisatie doen om het werkgeluk van medewerkers te vergroten?

Mensen het idee geven dat ze een uniek onderdeel van een zinnig geheel zijn. Dus door mensen het gevoel te geven dat het geheel zinnig is. Je moet op alle momenten die zich daarvoor lenen uitleggen waar je gezamenlijk mee bezig bent. Dat het maatschappelijk waardevol is en we een wezenlijke bijdrage leveren. Een deel van de arbeidsvreugde en motivatie kunnen medewerkers aan dit gevoel ontlenen. En dan in de richting van de individuele mensen, door ze het idee te geven dat ze daar een unieke bijdrage aan leveren. Dat iedereen in zekere zin kwaliteiten heeft, waarvan de optelsom bijzonder is. Kwaliteiten die het werk en de kwaliteit van het werk ondersteunen. Dus het is voor een deel leiderschap en voor een deel goed personeelsbeleid.

Wat kan de medewerker zelf doen om het werkgeluk te vergroten?

Niemand kan alles, maar bijna iedereen kan wel iets dat niet iedereen kan. Woekeren met je talenten, dat is eigenlijk wat je moet. Als je, zoals in het Bijbelverhaal, vijf talenten hebt, dan hoor je er tien van te maken. Als je er twee hebt, dan hoor je er vier van te maken. Dat is even goed. Als je er ééntje hebt en je stopt het in de grond en doet er niks mee, ja dat is verkeerd. Maar als je er twee van had gemaakt, dan was dat niet minder geweest dan degene die van vijf, tien had gemaakt. Het gevoel een uniek onderdeel te zijn van een zinnig groter geheel, kan ook buiten het werk gevonden worden. In bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of mantelzorg. Misschien doet een deel dit ook wel, omdat ze in hun werk dat onbevredigende gevoel houden: I don’t make a difference.

Hoe belangrijk is de rol van de persoonlijkheid in werkgeluk?

Goed en professioneel functioneren en daar een deel van je geluk aan ontlenen, is mensen van heel verschillende karakters gegund. Er zijn evidente persoonlijkheidshandicaps die je beter niet kunt hebben, maar waar je niet veel aan kunt doen. Sommige mensen zijn inherent somber, neerslachtig, gauw gedeprimeerd, gauw uit evenwicht gebracht, snel verdrietig, emotioneel wat labiel. Dat zijn allemaal dingen die niet helpen. Het zit volgens mij eerder in de dingen die je beter niet dan per se wel moet hebben.

Welke persoonlijkheidselementen bevorderen uw werkgeluk?

Wat mij erg geholpen heeft, is mijn enorme nieuwsgierigheid. Gewoon eager to learn. Eigenlijk in alles. Het kan me niet zoveel schelen wat. Ik heb eigenlijk meer belangstelling voor dingen waar ik nog niks van weet. Minister Opstelten vroeg me als voorzitter van de commissie die de Nationale Politie moest evalueren. Ik zei tegen hem: “Ik weet helemaal niks van de politie.” Toen zei hij: “Dat is ook de reden.” Nou, aardige kans! Ik was als jongetje al erg nieuwsgierig. Mijn tante vertelde mij later dat als ik een straat over stak en midden op straat lag een krant, dan stond ik daar stil om die krant te gaan lezen. Ondertussen raasde het verkeer om me heen en stond mijn tante doodsangsten uit aan de kant. Daarnaast doe ik erg mijn best in de omgang. Ik moet met mensen samenwerken. Als ik een hele botte, nare, niet-empathische meneer zou zijn, dan had ik een probleem lijkt me. Inlevingsvermogen, dat is het. Ik kan me een beetje voorstellen (ook niet altijd goed hoor) wat er in een ander omgaat en hoe die persoon mij ervaart.

Hoe bepalend zijn uw levensomstandigheden voor werkgeluk?

We zijn allemaal een product van hoe we geboren worden en waar. Ik had ook in een sloppenwijk in Bangkok geboren kunnen worden. Dan was het toch anders gegaan. Maar ik ben in een keurig ambtenarengezin in Den Haag geboren: count your blessings! Daar doe je echt helemaal niks aan. En natuurlijk wat je later meemaakt: als je er in slaagt om een goede en ondersteunende partner te vinden. Wie weet ook nog kinderen krijgt. Die niet alleen een bron van zorgen, maar ook een bron van vreugde zijn. Dan is dat eerlijk gezegd ook een beetje geluk hebben. De privésituatie kan de aandacht enorm afleiden. Iemand zei een tijdje geleden tegen me: je bent net zo gelukkig als je ongelukkigste kind. Zo werkt het in mijn beleving precies. We hebben drie kinderen en als het bij twee van de drie goed gaat en de derde zit in een enorme dip. Ja, dan zet die de toon. Kortom, tel je zegeningen als je een leuk gezin hebt, een beetje prettig woont, in een net land zoals Nederland waar de kogels je niet om de oren vliegen.

Optimisme & Werkgeluk

Ik ervaar regelmatig positieve emoties. Optimisme als meest prominente daarvan. Ik heb ooit een keer het citaat gebruikt van Karl Popper: “optimisme is een morele plicht.” Ik vond dat een mooi citaat. Dat heb ik ook vaak uitgedragen. Ik geloof dat dat ook zo is. Zeker voor personen op leidinggevende plekken. Om vertouwen uit te stralen, ook al is dat moeilijk. Noblesse oblige, ook hier weer. Mensen moeten zich ook een beetje kunnen spiegelen aan je overtuiging dat – hoe lastig ook – het wel weer goed komt. Dat is niet altijd gemakkelijk. Je bent soms zelf aan de rand van aarzelen of het allemaal wel goed zal gaan. Dat leidt tot interessante effecten. Mensen met verantwoordelijke posities omringen zich met mensen die als voornaamste rol hebben hen te vertellen hoe geweldig ze het doen. Ook al bewijzen de krantenkoppen soms anders. Steun die goed bedoeld is, maar er ook toe kan leiden dat je totaal blind wordt voor wat je nou eigenlijk representeert naar buiten toe. Wat natuurlijk ook veel speelt in kringen met grote verantwoordelijkheden, zijn verschijnselen van stress, overspanning en overbelasting. Dat is natuurlijk iets dat je niet kunt negeren. Dan moet je wel in actie komen om positiviteit aan te wakkeren, bijvoorbeeld door een beroep te doen op vriendschappen, meditatie, joggen, poëzie, muziek. Ik heb zelf veel troost gevonden in muziek. Dat deed iets resoneren.

Energie & Werkgeluk

Energie is eigenlijk een woord dat in dit interview nog weinig gevallen is. Het is iets dat je wordt gegund door je lichaam. Dat kan dus ook ineens wegvallen of teruglopen. Toch ook wel iets om te koesteren en dankbaar voor te zijn. Je kunt het buiten je schuld kwijt raken. Omdat ergens iets disfunctioneert. Het gaat een deel van de aandacht afleiden.

Flow & Werkgeluk

Dat is een zeer herkenbaar fenomeen. Het zijn leuke momenten waarop alles meezit. Dat kun je soms ineens zo hebben. Dat is een enorme kick. En geeft ook veel energie. Een voorbeeld kan ik gek genoeg niet direct noemen. Het zijn vaak incidentele, niet hele langdurige ervaringen. Het kan op één dag zijn. Dat je drie of vier opgaven (vergaderingen of gesprekken) hebt. En alles gaat goed. Mensen bedanken je uitbundig voor wat je hebt gedaan. Zelfs al doen ze het niet, dan weet je “Ja, dit kan ik. Niet iedereen kan dit, maar ik kan het wel en het is gelukt. Mijn werk rendeert zichtbaar en direct. Geweldig!” Meestal ontstaan flow ervaringen, wanneer ik kan uitleggen, ervaringen kan delen. Dat is een combinatie van allerlei dingen die ik doe.

Zingeving & Werkgeluk: waarvoor staat u op elke ochtend?

Voor alle kleine stapjes in de goede richting. Ik heb geen specifiek levenswerk, zoals het ultieme meesterwerk schrijven, tekenen of schilderen. Ik heb op veel plekken – dat is mijn geluk geweest – veel verantwoordelijkheid kunnen dragen. Op elk van die plekken doe je iets dat lukt. En zelden alleen. Een willekeurig voorbeeld is de aandelenemissie die we bij het concertgebouw hebben gedaan. Of de fusie tussen VNO en NCW. Allemaal niet schokkend, maar in de optelsom meer dan voldoende.

Verbondenheid & Werkgeluk

Op veel momenten is de ander belangrijk. Het zijn voor een deel de mensen met en voor wie je werkt. En het zijn mensen die iets in je zien en je een duwtje geven. Die tijd in je investeren, zoals je dat zelf later ook probeert te doen bij anderen. Gerrit Wagner, de oud-president-directeur van Shell was zo iemand voor mij. Hij was de vader van een vriendinnetje van me. He took an interest in me. Hij had belangstelling voor wat ik deed en wilde. Hij gaf me een beetje zelfvertrouwen en de motivatie om niet te blijven steken in kleinschalige, pure wiskunde, maar ook een beetje rondkijken. Dat zinnige geheel waar we eerder over spraken, dat zijn toch de mensen die je omringen. Voor wie jij iets wilt betekenen en die bereid zijn iets voor jou te betekenen.

Hoe bent u tot bepaalde prestaties gekomen?

Mijn motivatie en de aanmoediging die ik bij de eerste stap in de goede richting ondervind. De wind waait nooit recht van achter. Als de wind recht van voren waait en blijft waaien, dan moet je van goede huize komen om zeker te weten dat je moet doorzetten. Je hebt in de omgeving iets van steun nodig. Je hebt ook mensen nodig die je op een constructieve manier herinneren aan je tekortkomingen. Aan de domme dingen die je doet. Een enkele keer heb je ook mensen nodig die zeggen dat je het goed doet en de moeite waard bent.

En verder…

In terreinen als cultuur en wetenschap zijn enorme vooruitgangen. Daar groeien mensen boven zichzelf uit. Wetenschap is georganiseerde vooruitgang. Daar zit ook een bron van kracht en vreugde. Ik heb nog steeds het idee dat met alles dat er misgaat in de wereld, er ook echt dingen zijn waar vooruitgang zit. Dingen die bekend zijn, gecontroleerd zijn, bedacht zijn, die wezenlijk verbeteren ten opzichte van wat er was. Dat is denk ik wel een zinnig onderdeel van een nog groter geheel. Je bent een stofje, van een stofje, van een stofje, van een stofje in het heelal. Maar hier en daar, zie je dan toch het vermogen van wat zich op dat stofje afspeelt: om iets te worden dat groter is dan de som van de delen.

10 tips voor meer werkgeluk van Alexander Rinnooy Kan

  1. Houd jezelf scherp, door steeds iets meer van jezelf te verlangen. Het drijven op de routine van alledag, bevordert je werkgeluk niet.
  2. Noblesse oblige; als je de kans krijgt moet je er iets van maken;
  3. Woeker met je talenten;
  4. Tel je zegeningen;
  5. Ben optimistisch;
  6. Omring je met mensen die je herinneren aan je tekortkomingen;
  7. Koester de energie die je is meegegeven;
  8. Blijf nieuwsgierig;
  9. Leef je in de ander in;
  10. Wees dankbaar voor alle kansen die je gegund worden.

Over Klappe Training

Werkgeluk

Erwin Klappe is Chief Happiness Officer (CHO) bij Klappe Training. Wij ondersteunen organisaties in het vergroten van het werkgeluk bij medewerkers en leidinggevenden. Dit doen wij aan de hand van het blended Werkgeluk Programma: live seminar + online training.

Alles wat je over werkgeluk móét weten op 1 A4? Dat kan! Download hier gratis de Factsheet.

Tags
Delen

Reageer op"Het werkgeluk van Alexander Rinnooy Kan"

Plaats reactie

Abonneer je op mijn beruchte WEKELIJKSE tip voor Chief Happiness Officers. Waarschuwing: ongeschikt voor azijndrinkers, troetelberen en calimero’s.

Abonneer je op mijn beruchte WEKELIJKSE werkgeluk-tip voor Chief Happiness Officers

Elke week een praktische tip over de toepassing van werkgeluk in jouw organisatie!