(Wij interviewden Marcel Levi nog toen hij voorzitter Raad van Bestuur van het AMC was. Sinds 1 januari 2017 is hij CEO van het University College London Hospitals (UCLH)).
Marcel Levi (1964) is hoogleraar Inwendige Geneeskunde en sinds 2010 voorzitter van de Raad van Bestuur van het AMC en Decaan van de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Levi heeft ruim 700 wetenschappelijke artikelen in internationale tijdschriften gepubliceerd en ontving verschillende internationale research prijzen. Daarnaast werd hij driemaal door vakgenoten gekozen tot de beste internist van Nederland en won hij vele jaren achtereen de onderwijsprijs van de faculteit geneeskunde van de UvA. In 2009 werd hij benoemd tot lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen. Hij is daarnaast vice-voorzitter van de nationale research organisatie ZON-MW.
“Een open oor en open deur hebben, is het allerbelangrijkste”
Wat verstaat u onder werkgeluk?
Wanneer je ’s ochtends wakker wordt of na een leuk weekend en je weer zin hebt om te gaan werken. Als je dat gevoel hebt, dan zit je al in de buurt van werkgeluk. Het bestaat voor mij uit een aantal onderdelen. Ten eerste dat je af en toe genoegdoening hebt van een goed resultaat. Daarbij vind ik groepsresultaat overigens leuker dan mijn eigen resultaat. Dat je dus merkt dat andere mensen tevreden zijn over wat jij doet. Dat hoeft niet direct je baas te zijn. Als ik het nog iets breder trek, dan is werkgeluk voor mensen met een eentonige baan ook de tevredenheid die zij kunnen hebben over de organisatie als geheel. Een gevoel van trots. Een essentieel onderdeel is dan wel, dat je het gevoel hebt iets belangrijks en onmisbaars te doen. Dus als jij er een dag niet bent, dat mensen daar echt last van hebben.
In hoeverre is werkgeluk maakbaar?
Je kan er veel aan doen om je werkplek tot een prettige werkplek te maken. Ten eerste het team waarin je werkt, dus je collega’s. Heb je daar een plezierige omgang mee en word je gewaardeerd? Een onderdeel van dat team is ook de leidinggevende. De leidinggevende zou naar mijn idee niet de hele dag de baas moeten spelen, want dat willen mensen helemaal niet. Dat moet iemand zijn die inspireert, die mensen enthousiast maakt, die luistert en ook beslissingen neemt. Daarnaast is de sfeer maakbaar. Daar maak ik bij het AMC een punt van. Ik wil in ons ziekenhuis geen ruzie. Als je dat uitstraalt, dan krijg je toch een andere cultuur. Mensen die dan een keer over de scheef gaan, worden door anderen gecorrigeerd voordat het uit de hand loopt.
Anders organiseren bevordert werkgeluk
We zijn in gesprek met het VUmc over een samenwerking. Dat wordt zeer groot, dus besteden we er veel tijd en aandacht aan om het behapbaar voor patiënten, medewerkers en studenten te houden. Ik geloof in zelfsturende teams en hele platte organisaties. Een professionele gezondheidszorgorganisatie leent zich hier goed voor. Daarom vind ik organogrammen dikwijls zo nutteloos. Hoewel je daar wel direct het middenmanagement in ziet. Dat kan er dus allemaal uit. Als je het nou heel plat houdt en de units klein houdt, dan dwing je medewerkers om verantwoordelijkheid te nemen. Dan moet je ze dat ook geven. Onze organisatie is overigens te groot om het helemaal zelfsturend te maken. Bij flinke organisatieonderdelen, zoals een civiele of administratieve dienst, kun je het op microniveau wel zo doen. Maar daar heb je wel iemand nodig die de boel aanstuurt. Anders gaat iedereen echt totaal doen wat hij of zij zelf leuk vindt. Maar in teams van verpleegkundigen of dokters kan het prima.
Wat kan een individuele medewerker doen om zijn of haar werkgeluk te vergroten?
Alles! In de eerste plaats kan iemand ideeën hebben. Als iemand met een goed idee komt, moet je er wel naar willen luisteren. Dat betekent dat mensen wat hoger in de organisatie een open oor en open deur moeten hebben. Dat is misschien wel het allerbelangrijkste. Dus niet drie secretaresses die je eerst voorbij moet voordat je binnenkomt. Vervolgens moet iemand de ruimte krijgen om zijn ideeën uit te werken. Als blijkt dat er veel mensen enthousiast over zijn, dan moet je jouw ideeën kunnen uitvoeren. Ik geloof echt in organisaties waarin de jongste bediende met goede ideeën binnen mag lopen. Misschien zijn wel negen van de tien ideeën niet goed. Maar ja, één op de tien is wel goed. Dat is nog best wel veel.
Welke persoonlijkheidskenmerken bevorderen uw werkgeluk?
Ik vind resultaat belangrijk. Veel belangrijker dan de weg daar naartoe. Het is een goede manier om te zien of je je doelen bereikt. Als je maar gewoon wat doet van negen tot vijf, of het nu lukt of niet. Dat geeft weinig voldoening. Terwijl, als ik mezelf heb voorgenomen om deze week dit te bereiken en het lukt, dan geeft dat wel voldoening. Dat hoeven overigens geen grote dingen te zijn. Ik kan voldoening bereiken als iets goed gaat met de patiënt. Of als iemand die ik begeleid in het onderzoek een mooi resultaat heeft bereikt. Of als ik ergens een leuk praatje houd, waar mensen enthousiast over zijn. Ik heb weinig geduld voor mensen die zeggen wanneer alles mislukt: “Ja, maar ik heb zo mijn best gedaan.” Dat vind ik helemaal niet interessant. Ik snap dat dingen niet altijd lukken, maar het gaat uiteindelijk wel om het resultaat. Resultaatverplichting vind ik belangrijker dan inspanningsverplichting. Als mensen aan mij vragen hoeveel vakantiedagen ze hebben, dan zeg ik: “Dat weet ik echt niet. Het werk moet gewoon af. Je moet resultaten hebben geboekt. Als je dat in heel weinig tijd kan doen, dan ga je lekker vroeg naar huis.”
Welke rol spelen uw levensomstandigheden in het ervaren van werkgeluk?
Mijn situatie is zo dat ik weinig rekening hoef te houden met anderen. Ik heb een vriendin en geen kinderen. Dat betekent dat ik soms heel hard kan werken, maar op andere momenten weer totaal niks hoef te doen. Deze balans werkt voor mij. Ik vind het totaal niet erg om een werkweek van 80 uur te hebben, als ik weet dat ik daarna een lang weekend vrij ben.
Copy paste
Je wordt een soort mozaïek van de goede voorbeelden, waar je stukjes van probeert over te nemen. Ook slechte voorbeelden kunnen vormend zijn. Toen ik een jonge internist was, belde de secretaresse van mijn manager op mijn pieper. Ik dacht toch echt dat ik zo’n ding voor acute gevallen met patiënten had. Zij zei: “Peter wil je nu spreken!” Je kon me niet bozer krijgen. Dat was zo’n copy paste geval van dat ga ik later dus nooit doen. Als ik nu iemand graag wil spreken, dan vraag ik eerst of het uitkomt en dan ga ik bij hem of haar langs. Ik zie genoeg managers om me heen die zichzelf het centrum van de universe vinden. Dat is niet mijn stijl. Het gaat om de mensen die het werk doen, die in de frontlinie staan.
Positieve emoties & Werkgeluk
Ik ben een aartsoptimist. Toen ik het hier vier jaar geleden overnam, bleek onze financiële situatie desastreus. Er waren financiële tegenvallers, forse overheidsbezuinigingen en we hadden niks gespaard maar alleen maar teveel en te duur gebouwd. We moesten 65 miljoen euro bezuinigen. Daar kan je natuurlijk helemaal depressief van worden. Gaande de rit zat ik meer te kijken naar hoeveel we al behaald hadden, dan naar hoeveel er nog moest. Dat helpt wel. Na het eerste jaar hadden we 25 miljoen. Dan zeiden mensen: “We moeten nog 40 miljoen en het is nu al zo erg.” Ik zei toen: “Ja, maar we hebben al wel 25 miljoen. Dat is ons al gelukt!” Het glas is halfvol of half leeg. Ik merk dat het doseren van mijn positiviteit wel belangrijk is, anders gaat het mensen irriteren.
Flow & Werkgeluk
Ik voel me als een vis in het water, als ik heel hard moet werken en als dan ook nog alles lukt. Dan moet ik bijvoorbeeld nog drie diapresentaties maken, een artikel schrijven, iets voorbereiden. Ik merk dat ik steeds efficiënter word onder druk. Dit heb ik niet 365 dagen per jaar. Ik kan in rustige periodes ook gas terugnemen. In flow kom ik doordat ik redelijk snelheid kan maken en in staat ben om snel te levelen. Ik ga van een overleg met de studentenraad, naar het oplossen van een akkefietje met een hoogleraar, naar het attaqueren van een ingewikkeld budgetprobleem. Ik kan niet goed multi-tasken, maar ik kan wel vijf minuten later iets anders doen.
Zingeving & Werkgeluk
Ik wil de organisatie beter achterlaten dan ik hem heb aangetroffen. Dus zijn we vooruitgegaan met de patiëntenzorg, op het gebied van kwaliteit en veiligheid, hebben we onze doelen gehaald omtrent publicaties? Dat kan je zien over een jaar, maar ook over een dag. Zelfs op één dag kun je dingen beter maken.
Positieve verbinding & Werkgeluk
Goed punt! Het gevaar is dat je de godganse dag op je kamertje zit en iedereen je komt vertellen wat je toch al wist of wilde horen. Ik probeer actief naar mensen toe te gaan als ik een afspraak heb in het ziekenhuis. Niet alleen is het grappig om te zien hoe hun kamer eruit ziet. Op de weg ernaartoe – het is een vrij groot gebouw – kom ik van alles en iedereen tegen die me van alles en nog wat willen vertellen. Dat vind ik leuk. Dus je moet actief en zichtbaar in de organisatie zijn.
Vijf flessen wijn
Vooral mensen die wat minder belangrijk in de organisatie zijn, hebben al snel het gevoel dat zij niet gewaardeerd worden. In het AMC komen er rond kerst grote hoeveelheden pakjes en flessen wijn via de postkamer binnen. Wat moet ik met vijf flessen wijn? Ik weet zeker dat ze bij de postkamer nog nooit een fles wijn hebben gekregen. Daarop besloten we als directie om de helft van wat we kregen aan de postkamer en schoonmaak te geven. Hoe simpel kan het zijn? De reacties waren ongelooflijk.
De werkvloer op
Ik geloof daarnaast erg in professional in the lead. Dat betekent dat je nog steeds op de kerntaken actief moet zijn. Ik houd eens per week spreekuur op de polikliniek en af en toe draai ik in de avond-, nacht- en weekenddiensten mee. Als iemand me dan op maandag komt vertellen dat computers zo slecht werken of dat radiologie zo sloom is, dan vond ik radiologie best prima functioneren en inderdaad die computers zijn rampzalig. Dus door mee te werken, kan ik dingen op waarde schatten. Bij andere mensen ontstaat het gevoel, dat hij weet waar wij last van hebben.
Presteren & Werkgeluk
Ik zie mezelf als iemand die faciliteert. Prestaties zijn niet allemaal op mijn conto te schrijven, integendeel. Ik heb wel het idee dat ik een bijdrage lever aan de prestaties van anderen door net iemand het goede duwtje te geven, of met een ideetje te komen. Tenminste, ik hoop dat dat essentiële bijdrages zijn geweest. Je moet jezelf vooral niet te belangrijk vinden. De organisatie is niet om mij heen gebouwd.
Waar staat u over 5 jaar?
In Nederland heb je acht UMC’s, waarvan er vier bovengemiddeld zijn. Die zijn op Europese schaal best wel zichtbaar. We spelen mee met de Champions League, maar zullen nooit in de halve finale komen. Dat vind ik toch een beetje jammer van alle energie, geld en talent dat we er in stoppen. Dus ik zou het graag nog een trede hoger willen hebben, zodat we de top-3 van Europa bereiken. Er zijn veel argumenten om dat te willen. Het is niet alleen een blinde ambitie om op dat podium te staan. Zo zijn er ook economische, wetenschappelijke en patiëntgerelateerde argumenten. Dat gaan we nooit halen op de manier waarop we het nu doen, met de hoeveelheid geld die we nu hebben en de schaal die we nu hebben. Dat is mijn belangrijkste drijfveer om de fusie met het VUmc na te streven. Het zal een hele dobber worden en nog tien jaar sappelen zijn. Maar dan hebben we wel een schaal, omvang en impact die ons tot de top van Europa kan maken. Als je wil pieken, heb je een hoogvlakte nodig.
Advies voor meer werkgeluk?
Als je een zesje aan je werk geeft, dan vraag ik me af of je niet ander werk moet gaan doen. Je zit er wel acht uur per dag en een paar jaar lang. Mensen zijn soms een beetje te behoudzuchtig. Als je je werk een zeven geeft, dan zou ik proberen er een acht van te maken. Dan moet je goed nadenken: waarom vind ik het eigenlijk niet zo leuk? Komt dit omdat ik te afhankelijk ben van anderen en weinig mijn eigen initiatief kwijt kan? Hoe zorg ik ervoor dat mijn initiatief wel tot iets goeds leidt? Als je een flauwe administratieve baan heb, kun je ook actief worden in de personeelsvereniging. Of je kunt één dag in de week iets anders gaan doen – een project bijvoorbeeld – waardoor je in je oorspronkelijke werk ook weer kunt opbloeien.
Overige 6 tips van Marcel Levi voor meer werkgeluk & gelukkig leidinggeven:
- Heb een open oor en open deur.
- Voorkom ruzie in je organisatie.
- Stuur op resultaat.
- Leer van goede én slechte voorbeelden.
- Ga actief naar mensen toe, zodat je zichtbaar in de organisatie bent.
- Werk mee op de kerntaken, zodat je kritiek op waarde kunt schatten.
Over Klappe Training
Erwin Klappe is Chief Happiness Officer (CHO) bij Klappe Training. Wij ondersteunen organisaties in het vergroten van het werkgeluk bij medewerkers en leidinggevenden. Dit doen wij aan de hand van het blended Werkgeluk Programma: live seminar + online training.
Alles wat je over werkgeluk móét weten op 1 A4? Dat kan! Download hier gratis de Factsheet.