Werkgeluk

Het werkgeluk van Hans Clevers

Hans Clevers (1957) doet baanbrekend onderzoek naar kanker. Na zijn promotie in 1984 vertrok Clevers voor vier jaar voor een postdoc naar Harvard. Hier maakte hij uitgebreid kennis met DNA technologie. Bij terugkomst werd Clevers hoogleraar Immunologie in het UMC-U en hoofd van de vakgroep Immunologie (1991-2002). Zijn researchinteresses verschoven naar stamcellen en kanker van de darm. In verband hiermee verhuisde hij naar het Hubrecht Instituut om daar van 2002 tot 2012 als directeur te werken. In 2012 werd hij President van de KNAW, terwijl hij zijn onderzoeksgroep in het Hubrecht Instituut continueerde. Clevers ontving diverse, prestigieuze prijzen en onderscheidingen. Zo won hij in 2012 de “Nobelprijs van de 21ste eeuw”, de Breakthrough Prize in Life Sciences. (Foto: Sander Heezen)

Ik heb me altijd alleen op de inhoud geconcentreerd.”

Wat verstaat u onder werkgeluk?

Gedurende mijn periode op Harvard zag ik mensen blind ambitieus zijn, maar ook achterdochtig en niet erg gelukkig. Dat wilde ik niet. Als dat de enige manier was waarop het moest, dan hoefde het voor mij niet. Toen ik terugkeerde naar Nederland had ik grote vrees dat ik niet succesvol zou kunnen zijn, als ik niet op de ‘Harvard manier’ zou werken. Maar vanaf het begin af aan heb ik geprobeerd te werken vanuit vertrouwen in de ander. Door meer te geven dan ik zou hoeven. Ik hou kennis bijvoorbeeld niet tegen de borst. Nieuwe technieken of ontdekkingen deel ik snel. Dat is leuk. Ik krijg er meteen respons op. Bovendien zien mensen dat je best wel wat tegen mij of de mensen om mij heen kunt zeggen. Dat geeft vertrouwen; dan wordt werken veel leuker. Het is een eyeopener geweest: werkgeluk is een asset. Wij doen het zeker zo goed als Harvard en Stanford met veel minder uren per jaar en minder gemakkelijk toegang tot geld.

Wat is het sleutelwoord?

Delen. Zowel succes, tegenslag als verantwoordelijkheid. Je kunt ambitieus, nieuwsgierig en recalcitrant zijn, maar je moet wel sociaal blijven. Dat zit bij Nederlanders in het bloed. Je moet deel blijven uitmaken van de groep waarin je werkt. Als je een eenmanscircus wilt zijn, dan werkt het niet.

Wat vormt de grootste uitdaging in uw werk?

We zijn eigenlijk altijd in een race. We doen een jaar over een ontdekking. Maar als je het publiceert dan kan het in twee dagen worden nagedaan. Dus je bent onmiddellijk weer ingehaald. Dit betekent dat je telkens voor de troepen moet blijven uitlopen. Er is continue dreiging om gescoopt te worden. Een ontdekking voor de tweede keer rapporteren is immers geen ontdekking meer. Je moet steeds weer op tijd richting kiezen, veranderen of activiteiten stoppen. Dat laatste is veel moeilijker, maar belangrijker dan nieuwe dingen starten. Je weet nooit of je terecht iets stopt. Die keuze is het aller moeilijkste.

Welke rol speelt intuïtie daarbij?

Je hebt in de biomedische wereld grofweg twee soorten van onderzoeken: longshots en terrein achter de longshots aan dat ingevuld moet worden. Daar kan ook blijken dat we het misschien fout hadden. Je hebt veel meer wetenschappers die kleine stapjes zetten. Dat is beter te plannen. Je staat op veel stevigere grond. Wij staan continu op heel dun ijs. Dat spreekt me persoonlijk enorm aan, maar ik zie ook jonge mensen die vragen: “weten we dit nu wel zeker?” We kunnen er nog vijf jaar over doen en dan weten we het helemaal zeker, maar dan hoeft het niet meer. Op een gegeven moment is er een punt waarop ik besluit: nu is het zeker genoeg om het de wereld in te durven schieten. En dan leer je na een aantal jaren dat dat vrijwel altijd het juiste moment was. Dat is iets dat je niet kunt aanleren. Het is heel intuïtief. Een soort knagend gevoel, wanneer het niet compleet is. Er komt dan bijvoorbeeld onderzoek van drie jaar geleden bij me naar boven dat past. Ik heb een persoon in mijn lab die precies hetzelfde heeft. Als ik al een gevoel heb dat het te mooi is om waar te zijn, dan heeft hij dat gevoel ook. Mijn werk bestaat voor 99 procent uit intuïtie. Mensen denken dat het heel rationeel is, maar dat is het totaal niet.

Is werkgeluk voor u een maakbaar begrip?

Het is fijn als je wat talenten hebt. Als je vervolgens ontdekt hoe je die talenten het beste tot hun recht kan laten komen. En je komt door toeval op zo’n plek terecht. Dat is volgens mij de grootste voorwaarde. In mijn persoonlijke geval had ik de grote keuze tussen clinicus of wetenschapper worden. Ik denk dat ik me als clinicus heel snel was gaan vervelen.

De onderzoeker in mij zat er al van jongs af aan in. Vanaf mijn vijfde antwoordde ik al op de vraag wat ik later ging worden “bioloog”. Ik was goed in school, altijd tienen. Dat hielp. Hierdoor hoefde ik nooit huiswerk te maken. Daarnaast las ik als klein jochie al ontzettend veel. Drie tot vier boeken per week. ’s Nachts hing ik mijn blouse over het lampje boven mijn bed, zodat mijn ouders niet onder de deur konden zien dat het licht nog aan was. En dan las ik tot drie/vier uur ’s nachts. Echt alles.

Ik heb tientallen hobby’s gehad; sporten, vissen, saxofoon spelen. Ik had een chemisch laboratorium én een eigen donkere kamer voor fotografie. Maar op het moment dat ik het kon, verloor ik mijn interesse. Tot het moment dat ik in een laboratorium kwam. Toen wist ik: “dit is het.” Die opwinding heb ik nog steeds als ik een paar dagen in het buitenland ben geweest en ik weet dat ze in het lab een aantal dingen aan het doen zijn die erop of eronder zijn.

Hoe bepalend is uw persoonlijkheid in het ervaren van werkgeluk?

Ik ben slim en analytisch, als ik dat van mezelf mag zeggen. Dat helpt natuurlijk enorm. Ik doorzie situaties vaak snel, zowel wetenschappelijke als sociale situaties. Ik vind vaak de juiste toon om met mensen te praten. Van huis uit heb ik een enorme drive meegekregen. Ik heb mensen om me heen gezien die duidelijk slimmer waren dan ik, maar veel van die mensen zie ik niet meer. Die missen dan toch weer andere dingen. Dat heeft te maken met de juiste keuzes maken. Maar dus ook met drive. Ik ben altijd doorgegaan. Natuurlijk heb ik ook tegenslag gehad. Toch zag ik altijd nieuwe kansen. Zo nam ik ontslag bij het UMC om verzuring tegen te gaan en ging aan de slag bij het Hubrecht Instituut. Dat was achteraf een gouden greep. Ik heb altijd druk naar voren gevoeld. Zelfs op vakanties zit ik na te denken over mijn werk. Ook op momenten dat het goed gaat voel ik altijd al – dat is overigens niet onprettig – dit gaat goed maar dit loopt over een jaar af. Ik moet dus nu alweer nadenken over de volgende stap. Het is te vergelijken met ondernemerschap. Ik kan geen moment op mijn lauweren rusten. Als het goed draait, vind ik het ook een beetje suf worden. Een ander kenmerkend element van mijn persoonlijkheid is dat ik nooit uitstel. Het eerste moment dat ik een beslissing kan nemen, neem ik hem. Dan heb ik ook geen spijt. Nooit spijt hebben. Voluit doorgaan. Als je dan inhoudt, gaat het niet werken. Niet meer omkijken.

Ervaart u vaak positiviteit?

Ik won in 2013 een enorme prijs van 3 miljoen (Breakthrough Prize in Life Sciences). Wat ga ik hiermee doen? Ik heb alle mensen die ooit met mij gewerkt hebben laten invliegen voor een weekend en een symposium in Amsterdam. Ik had het idee dat sinds de oprichting van het lab in 1989 het een kaarsrechte lijn van succes omhoog is geweest. Tijdens het weekendje Amsterdam bleek dat beeld bij mijn oud-medewerkers niet zo te zijn. In veel gevallen was het voor hen een eindeloze reeks van failures, die elke keer op tijd zijn afgekapt. Uiteindelijk blijft er dan zo’n kaarsrecht pad over. In mijn beleving was alles gelukt. Zo zie je dat iedere persoon zijn eigen perceptie op de werkelijkheid heeft.

Wanneer raakt u in flow?

Vooral als ik schrijf. Als er een paper moet komen. Daar is de story line erg belangrijk. Je kunt de feiten wel beschrijven, maar je moet een goed pakkend verhaal hebben. Ik kom ook in flow tijdens het proces van publiceren. Dan krijg ik bijvoorbeeld van vier anonieme referenten om mijn oren, waar ik vervolgens de strijd mee aan moet gaan. Dat proces – alles bij elkaar vergaren – om de paper langs die referenten te krijgen. Dat vind ik geweldig. Het is een van de weinige planbare onderdelen van mijn werk. De ontdekkingen komen ineens. Als ik lang genoeg op allerlei fronten druk, dan ontstaat er wel een inzicht. Dat is ook een leuk proces, maar veel diffuser, ongrijpbaarder. Het proces daarna is fantastisch. Ik verdeel de taken en neem contact op met Nature of Science: “we hebben nu iets leuks.” Ik zorg dat het verhaal eraan komt. Met altijd het risico dat het verhaal later niet waar blijkt. Die spanning is ook interessant. Wanneer ik denk dat het concreet genoeg is, stuur ik de paper in. Dan krijg je een lading kritiek van de anonieme referenten. Mijn mensen zeggen dan vaak: “zie je wel, het is niets!” Terwijl ik denk: “juist leuk, kom op die kunnen we wel aan!”

Waarvoor staat u op ’s ochtends?

Wat mij het meeste drijft is de bevrediging die ik uit het werk zelf haal. Ik vind mijn werk zo ontzettend leuk. De erkenning is uiteraard ook geweldig. Ik denk niet dat het helpen van de mensheid een krachtige beweegreden is om dit werk te doen. Het gaat meestal niet goed bij mensen die zich daar door laten drijven. Die willen te kort door de bocht en snelle oplossingen voor problemen. Het geeft uiteindelijk veel bevrediging en erkenning – nu na 25 jaar werken – als blijkt dat men er ook wat aan heeft. Maar dat is niet iets dat me nu al 25 jaar lang uit mijn bed krijgt. Het is te vergelijken met het oplossen van een puzzel. Telkens een stukje van een puzzel vinden. Eerst is het moeilijk, maar op een gegeven moment kun je elk stukje pakken en erin leggen.

9 tips van Hans Clevers voor meer werkgeluk: 

1) Probeer te werken vanuit vertrouwen in de ander.

2) Geef meer dan je zou hoeven.

3) Deel zowel succes, tegenslag als verantwoordelijkheid.

4) Blijf deel uitmaken van de groep waarin je werkt.

5) Durf activiteiten tijdig te stoppen.

6) Vertrouw op je intuïtie.

7) Stel niet uit. Neem de beslissing. Heb geen spijt. Kijk niet achterom.

8) Houd druk naar voren.

9) Concentreer je op de inhoud.

Over Klappe Training

Werkgeluk

Erwin Klappe is Chief Happiness Officer (CHO) bij Klappe Training. Wij ondersteunen organisaties in het vergroten van het werkgeluk bij medewerkers en leidinggevenden. Dit doen wij aan de hand van het blended Werkgeluk Programma: live seminar + online training.

Alles wat je over werkgeluk móét weten op 1 A4? Dat kan! Download hier gratis de Factsheet.

Tags
Delen

Plaats reactie

Abonneer je op mijn beruchte WEKELIJKSE tip voor Chief Happiness Officers. Waarschuwing: ongeschikt voor azijndrinkers, troetelberen en calimero’s.

Abonneer je op mijn beruchte WEKELIJKSE werkgeluk-tip voor Chief Happiness Officers

Elke week een praktische tip over de toepassing van werkgeluk in jouw organisatie!